
Adriaan van Dis "Palmwijn"
Het verhaal speelt zich af op een eiland in Afrika. De hoofdpersoon wandelt over het eiland,
zit vaak in een kroeg, in het Ecologisch Centrum en in het huis van Diller.
Het speelt zich af in de tijd dat er een opstand heerste in Afrika. De Zuidelingen wilden zich
afscheiden van het Noorden.
De hoofdpersonen:
De ik-persoon
Een alwetende ik-persoon; de verteller. Toch neemt Susan zijn rol van verteller over. Het
merendeel van het boek wordt vertelt door de ogen van Susan. De ik-persoon was een
nationaal waarnemer op het eiland. Hij ontmoette Susan en luisterde naar haar verhaal. Op
die manier leerde hij hoe hij moest omgaan met de mensen van het eiland.
Susan:
De dochter van een landmeter die getrouwd was met een man waar ze niet echt van hield (ze
hield eigenlijk van niemand). Ze is Amerikaanse. Ze kreeg een zoon Jim. Hij vocht in de
Vietnamoorlog en kon niet met zijn trauma's leven. Hij liep een bank in en hield de bewaking
onder vuur, waardoor ze hem doodschoten.
Ze is een lastig persoon om te analyseren. Alles wat ze doet gaat fout. Ze wil iets bereiken,
maar het brengt altijd ellende mee. Ze kiest altijd de zwakkere kant en laat de sterkere varen.
Pas op het eiland heeft ze half kunnen leren dat ze om mensen moest geven. Ze wordt
makkelijk verleid door mannen. Ze heeft een lichamelijke verhouding met Sow en met Diller.
Ze is een hard en agressief persoon die alleen maar zwikt voor sex en drank.
Bij personen:
Sow:
Ontmoet Susan op het eiland. Hij geeft haar als eerste palmwijn. Hij is een nomaad die op het
eiland terecht is geraakt. Hij heeft veel kruiden die tegen allerlei kwalen dienen. Hij is een
moslim. Hij heeft een ezelkar samen met zijn neef waarmee hij geld verdiend. Hij geeft veel
om Susan en weet haar het bed in te werken. Toch kan hij er niets aan doen dat zij
tegelijkertijd een lichamelijke verhouding heeft met Diller. Hij is een bruin iemand die goed
leiding kan geven. Aan het eind van het verhaal dat Susan aan de ik-persoon vertelt gaat hij
waarschijnlijk dood door een schipbreuk. Zijn lijk wordt niet gevonden.
Diller:
Een Britse kolonist die woont in een huis dat veel op de ark van Noach lijkt. Hij heeft veel
geld en weet Susan als een slavin voor hem te laten zijn. Hij heeft een lichamelijke
verhouding met haar en schenkt haar vaak palmwijn in. Zijn motto is je nergens mee te
bemoeien: alles komt toch wel op zijn pootjes terecht. Als hij gezweken door het vragen van
Susan toch iets doet voor de onderdrukte bevolking van het eiland, loopt alles fout. Hij heeft
kanker en wacht op zijn dood. Hij kan tegen zijn verlies, maar verliest nooit.
William:
Een Brit. De beheerder van het Ecologisch Centrum. Hij ziet de mensen van het eiland het
liefst zich zo gedragen als apen. Hij wil terug keren naar het eenvoudige leven, hoewel hij
weet dat het niet goed mogelijk is. De meeste mensen van het eiland gehoorzamen hem. Hij
is fel tegen palmwijn, omdat dat de palmen bedreigd. Hij keert zijn rug dan ook tegen Susan,
die tegen al zijn regels in gaat. Hij verspreid de legenden over geesten van de gestorven
slaven die door de bezetters waren gestorven op het eiland. Hij is toch geen slecht karakter.
Zijn regels schemeren door in het boek.
De inhoud:
De ik-persoon krijgt een bericht van het overlijden van Susan onder zijn ogen. Hij vraagt zich
af waarom er staat dat haar dood een groot verlies was voor het eiland. Dan gaat hij in
herinneringen terug naar de tijd op het eiland. Hij beschrijft hoe hij bij het Ecologisch
Centrum terecht is gekomen, hoe hij de regels ervan kreeg ingeprent en hoe hij verleid door
het telkens maar afraden van Williams, Susan wilde ontmoeten. Het kost hem wat moeite,
maar tenslotte komt hij bij haar op bezoek en zij vertelt hem haar levensverhaal.
Ze vertelt eerst over haar aankomst op het eiland, hoe ze door Sow in aanraking kwam met
palmwijn en hoe die palmwijn angst in haar deed opborrelen. Ze raakt verleid in een
vuurdanser die een separatist blijkt te zijn (Zuidelingen willen zich afscheiden van het
Noorden en in het boek word de geschiedenis van die strijd nauw omschreven). Ze gaat in het
Ecologisch Centrum wonen, maar verlaat het naar een poos en gaat samen met Sow in een
achtergelaten huis wonen. Het 'spookt' daar. Ze hebben een verhouding met elkaar. OP het
eiland komt Susan met het onrecht in contact. Dragers worden brutaal in een container
gestopt en als Susan de politie belt om ze te laten bevrijden worden ze aangehouden als
separatisten. Ze ontmoet Diller, een rare man die door zijn overwinningskracht en zijn
mensonvriendelijke manier van leven haar aandacht trekt. Ook met hem gaat ze een
verhouding aan. Hoe langer ze blijft, hoe dieper ze word verwikkeld in het lot van de
bewoners van het eiland. Ze beleeft de geschiedenis van de opstand ofwel de Vernieuwing
aan haar eigen lijf. Ze klaagt dat ze vervalt. Ze wil de mensen helpen, maar ze aarzelt te lang.
Dan herinnert ze zich de tijd op de woestijn. Dat ze vele uitgemergelde mensen had gezien
die alleen maar naar de dood verlangden. Ze werd aangevallen door een vlaag sprinkhanen
die haar bijna doden. haar paard had het met de dood omgebracht. Dan vertelt ze over haar
ouders, haar man en haar zoon die door trauma's van uit Vietman een zelfmoordactie had
ondergaan.
Dan gaat het verhaal verder. Ze vertelt dat er een uitbraak kwam vanuit de gevangenis en dat
alle mensen moesten vluchten. Sow had haar overgehaald ze bij haar op te vangen. Later
willen ze allemaal vluchten en het lukt hun bijna met de hulp van Diller. Hij zorgt voor een
boor en een kapitein, maar ze zijn met te velen en de boot raakt te water. Alle aanzittenden
(tegen de tachtig) sterven.
Dan houd ze op met vertellen. Ze laat de ik-persoon bij haar slapen. Hij merkt dat ze aan
zelfmoord denkt. Ze zit 's nachts voor haar pistool dat ze van handelaren die de dragers in een
container hadden gedaan en denkt eraan om zich voor het hoofd te schieten.
De ik-persoon heeft veel van haar verhaal geleerd en gedraagt zich niet meer als een iemand
die de inwoners van het eiland alleen maar geld geeft en ze stomme iedeën laat doorvoeren.
De inwoners kunnen zich zelf ook goed redden. Aan het einde van het verhaal vraagt hij zich
nog af hoe Susan was gestorven. Hij weet het niet, maar het was zeker een tragische dood.
Er treden verschillende climaxen voor in het verhaal, maar ze zijn niet echt heftig. Een van
hen in het moment dat de vuurdanser word begoten met een scheut benzine, waardoor hij
bijna verbrand. Weer een andere climax is het moment dat de Libaneze handelaren bijna een
bloedbad aanlegden doordat hun dragers hun vracht die bestond uit geweren hadden laten
vallen, waardoor de geweren zichtbaar werden.
Het verhaal is opgedeeld in zes hoofdstukken. Allemaal sluiten ze een thema af. Ze beginnen
vaak in een andere plaats of als een persoon begint te vertellen.
Het verhaal is in de ik persoon geschreven, maar de persoon die vertelt verplaatst van Susan
en de ik-persoon.
Het verhaal is niet chronologisch opgebouwd. Eerst vertelt de ik-persoon over zijn tijd op het
Afrikaanse eiland, dan vertelt Susan haar levensverhaal en zelfs in dat verhaal verschiet ze
van tijd en plaats. Dan vertelt de ik-persoon weer wat en geeft aan het einden van het verhaal
een soort van conclusie.
De dialoog is van een niet erg groot belang, maar komt volop voor.
Er is sprake van een raamvertelling, zelfs niet een maar een paar. Het verhaal van de
ik-persoon over zijn tijd op het Afrikaanse eiland is er een van, het tweede is het verhaal van
Susan en een verhaal daar weer in is het verhaal van Williams die vertelde over een
catastrofaal ongeluk met een boot in een rivier vol met krokodillen, waarbij hij bijna had
veroorzaakt dat de hele bemanning was opgegeten. Hij moest kiezen voor het opofferen van
een paar leden van de bemanning.
Het einde is half gesloten. Je weet alleen niet op wat voor manier Susan nu was gestorven en
wat er met Sow was gebeurd.
Het taalgebruik is formidabel. Prachtige omschrijvingen en rollende zinnen maken een
volmaakt geheel. Je voelt je bijna altijd in de sfeer van het verhaal.
Het boek is iets tussen een psychologische-, een avontuurlijke- en een geschiedenisroman in.
Ik vond het een leuk boek en ik heb het aan een stuk door uit gelezen. het zit bovendien vol
met motieven waardoor ik het thema moeilijk kan vinden.